In heel wat huiskamers is het onderwerp al jaren vaste prik: de Zwarte Piet-discussie. Het lijkt een jaarlijks terugkerend dilemma tussen traditie, aanpassing en hoe je dat thuis of op school wilt vormgeven. Precies daar schuift een recente peiling een nieuw puzzelstuk naar voren.
In deze blog neem ik je mee door de uitkomsten, de verschillen per regio en generatie, de rol van media en wat dit betekent voor het Sinterklaasfeest – met het kernwoord Zwarte Piet als rode draad.
Steun voor Zwarte Piet stijgt
De kentering komt niet uit de lucht vallen: volgens Ipsos I&O Research vindt een meerderheid dat Zwarte Piet moet blijven zoals hij was. Het gaat om 56 procent, een toename ten opzichte van ongeveer 51 procent een jaar eerder. Onderzoeker Peter Kanne noemt de verschuiving klein, maar wel betekenisvol.
Wat zegt dat? Dat veel mensen moe zijn van het eindeloze geruzie en terugverlangen naar het gevoel van een ‘gewoon kinderfeest’. De trend breekt met de voorafgaande jaren, waarin de steun juist gestaag daalde.
Opvallend is dat deze groei plaatsvindt terwijl steeds meer scholen, gemeentes en landelijke intochten roetveegpieten hanteren. De praktijk schuift dus de ene kant op, terwijl een deel van het publiek zich anders uitspreekt.
Randstad versus regio
De kloof tussen stad en land wordt door de peiling scherp zichtbaar. In steden als Amsterdam, Utrecht en Rotterdam is de roetveegvariant de norm en krijgt die ook meer steun.
Buiten die grote steden is het beeld anders en klinkt de wens om vast te houden aan het traditionele uiterlijk duidelijker door.
In provincies als Drenthe, Overijssel, Zeeland en Limburg geeft meer dan 65 procent aan dat Zwarte Piet moet blijven zoals hij is. Op het platteland wordt bovendien vaker gesproken over het ‘teruggeven’ van het Sinterklaasfeest aan de mensen zelf.
Achter dat sentiment schuilt een gevoel van dwang van bovenaf: besluiten vanuit media, politiek en activisme, waarbij bewoners zich weinig gehoord voelen. Dat kan het wij-zij-gevoel versterken, zeker als lokale tradities als identiteitsanker worden ervaren.
Generaties en traditie
De generatiekloof speelt net zo hard mee aan de keukentafel. Jongeren tot 30 jaar staan vaker open voor roetveegpieten en andere inclusieve varianten. Oudere generaties, vooral boven de 50, hechten juist aan het traditionele beeld.
Dat schuurt soms in families, op scholen en bij clubjes die samen een intocht organiseren. Herinneringen botsen met veranderwensen, en ja, dat kan zelfs verjaardagen behoorlijk pittig maken.
Wat je ziet: niet iedereen is tegen verandering an sich, maar de manier waarop die verandering binnenkomt, bepaalt vaak de reactie. Daar zit een emotionele laag die met cijfers alleen niet te vangen is.
Media bepalen niet alles
De landelijke media hebben de bakens al verzet: in tv-shows, reclames en de nationale intocht is de traditionele Zwarte Piet vervangen door roetveegpieten. De NTR maakte die stap in 2019 en houdt die lijn sindsdien vast. Toch volgt de woonkamer het tv-beeld niet één op één.
Veel mensen geven aan dat ze thuis hun eigen invulling kiezen, los van wat op televisie te zien is. Lokale intochten in kleinere gemeenten houden daarom nog vaak vast aan de klassieke pieten, al blijven protesten van actiegroepen zoals Kick Out Zwarte Piet aanwezig.
De peiling bevestigt dat de publieke opinie weerbarstiger is dan het uniforme beeld op de buis. Symbolische aanpassingen zijn niet automatisch een maatschappelijk consensus.
Het debat blijft stroef
Tien jaar discussie heeft het gesprek niet eenvoudiger gemaakt. Wat begon als een gesprek over stereotypering en de impact op mensen van kleur, groeide uit tot een conflict over identiteit, vrijheid van meningsuiting en traditie. De loopgraven liggen diep: je bent vóór of tegen, daartussen is weinig ruimte.
Tegenstanders van het traditionele uiterlijk noemen het pijnlijk en stigmatiserend; voorstanders zien vooral een onschuldige traditie. Beide kampen vinden steun in hun eigen ervaringen, en precies daardoor stolt het gesprek.
Toch laat de peiling zien dat veel mensen niet zozeer tegen verandering zijn, maar moeite hebben met de toon en het tempo. De behoefte om zelf te kiezen voor roetveeg of zwart, zonder politieke of activistische druk, klinkt stevig door.
Politiek en sentiment
Politieke echo’s zijn onvermijdelijk. Partijen als PVV, BBB en JA21 spreken zich nadrukkelijk uit voor het behoud van Zwarte Piet als symbool van een Nederlandse traditie, met kiezers die zich niet gehoord voelen in de publieke arena. De huidige stijging in steun past in een bredere hang naar herkenbaarheid en gewoontes.
Toch is de bereidheid om het onderwerp landelijk te politiseren beperkt. De meeste partijen schuiven de keuzes door naar gemeenten en organisaties en vermijden het Sinterklaasfeest als splijtzwam.
Resultaat: beleid versnipperd, praktijk verschillend, sentimenten verdeeld. Precies het recept voor een jaarlijks terugkerende herhaling van zetten.
Twee feesten naast elkaar
Wat betekent dit voor de komende jaren? Het is goed mogelijk dat varianten naast elkaar blijven bestaan: roetveegpieten in veel steden, traditionele pieten in dorpen en kleinere gemeenten. Nederland kent geen centraal sinterklaasbeleid, dus lokale verschillen zullen blijven.
In sommige steden is de klassieke piet inmiddels volledig uit beeld. Tegelijkertijd blijft hij in plaatsen als Urk, Volendam en Reusel jaarlijks onderdeel van het straatbeeld.
Historici voorzien daarom een geleidelijke, maar nooit volledig uniforme ontwikkeling. Het feest beweegt mee, maar niet in één rechte lijn.
Emotie onder de cijfers
Onder de data schuilt vooral gevoel. Voor een grote groep draait het minder om schmink en meer om verbondenheid met jeugd, familie en dorp. Anderen zien juist een kans om het feest vriendelijker en inclusiever te maken voor iedereen.
En daar zit je dan, met die twee waarheden aan één tafel tijdens pakjesavond. De peiling zet geen punt, maar een komma achter het gesprek.
Denk jij dat één model overal past, of hoort het feest juist lokaal te kleuren? Spoiler: de praktijk laat vooral dat laatste zien.
Wat jij hiermee kunt
Ben je ouder, leerkracht of organisator van een intocht, dan sta je elk jaar opnieuw voor keuzes. Gebruik de peiling als spiegel, niet als een hamertje-tik. Wat leeft er bij jouw groep, klas of wijk?
Maak het gesprek klein en concreet: welke vorm past bij jullie, en hoe borg je dat kinderen zich veilig en blij voelen? Spreek verwachtingen uit, in plaats van ze te raden.
En als meningen botsen, zoek dan gedeelde waarden: gezelligheid, samenzijn, kindplezier. Die kern gaat zelden stuk, zelfs niet in een pittig gesprek.
Wat je in deze blog leerde:
- De steun voor Zwarte Piet is volgens Ipsos I&O Research gestegen naar 56 procent.
- De kloof tussen Randstad en regio is groot; generaties denken duidelijk anders.
- Media hebben het beeld veranderd, maar lokaal gaat het vaak anders.
FAQ
Wat zegt de Ipsos-peiling over Zwarte Piet?
De peiling van Ipsos I&O Research laat zien dat 56 procent van de Nederlanders vindt dat Zwarte Piet moet blijven zoals hij was, een stijging ten opzichte van ongeveer 51 procent vorig jaar.
Waarom verschilt de steun per regio zo sterk?
In grote steden, zoals Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, is er meer steun voor roetveegpieten, terwijl in provincies als Drenthe, Overijssel, Zeeland en Limburg meer dan 65 procent vasthoudt aan de traditionele piet; het gevoel van opgelegde verandering speelt daar een rol.
Hoe kijken verschillende generaties naar Zwarte Piet?
Jongeren tot 30 jaar staan vaker positief tegenover roetveegpieten en inclusieve varianten, terwijl vooral 50-plussers hechten aan het klassieke beeld, wat soms tot spanningen in gezinnen en op scholen leidt.
Welke invloed hebben media op de Zwarte Piet-discussie?
Landelijke media en intochten zijn overgestapt op roetveegpieten, maar veel mensen vieren thuis hun eigen versie; lokale intochten hanteren geregeld nog de traditionele pieten, ondanks protesten.
Wat betekent dit voor de toekomst van het Sinterklaasfeest?
Waarschijnlijk blijven verschillende invullingen naast elkaar bestaan, omdat Nederland geen centraal sinterklaasbeleid kent en gemeenten en dorpen hun eigen keuzes blijven maken.
Bron: Ipsos



