Kraanwater voelt zo vanzelfsprekend als het lichtknopje dat je ’s ochtends indrukt, maar de prijs is dat niet meer. In 2026 stijgen de rekeningen in meerdere regio’s en die kraanwaterprijsstijging hangt samen met vervuiling, hogere vraag en extra investeringen.
Hier lees je waar het duurder wordt, wat erachter zit en wat je daar als huishouden van merkt.
Prijsstijging kraanwater 2026
De eerste aankondigingen zijn binnen: in delen van Zuid-Holland, Noord-Holland en Drenthe gaat de rekening omhoog. Drinkwaterbedrijven Oasen, Dunea, PWN en WMD melden nieuwe tarieven voor 2026, terwijl de rest van Nederland op 1 december duidelijkheid krijgt. Het gaat niet om een kleine verschuiving; de bedragen laten per regio voelbare verschillen zien.
Een paar concrete voorbeelden helpen om grip te krijgen. Oasen stelt het tarief voor 2026 vast op 1,67 euro per kubieke meter, na 1,62 euro in 2025. Dunea komt uit op 1,58 euro per kubieke meter in 2026, tegenover 1,46 euro in 2025.
Bij PWN stijgt het kubieke metertarief van 1,92 euro in 2025 naar 1,98 euro in 2026. WMD, actief in Drenthe, verhoogt het tarief van 1,06 euro naar 1,14 euro per kubieke meter. Zie je de spreiding? Die heeft alles te maken met de bron van het water en hoe ingewikkeld de zuivering is.
Grote regionale verschillen
Niet ieder bedrijf haalt water uit dezelfde bron, en dat bepaalt een groot deel van de kosten. Wie grondwater kan gebruiken, profiteert van natuurlijke filtering door zand- en kleilagen. Bedrijven die water uit rivieren of het IJsselmeer innemen, krijgen juist te maken met complexere vervuiling.
Dat verschil zie je terug in de tarieven. PWN werkt met oppervlaktewater uit het IJsselmeer en de Lek en komt duurder uit dan WMD, dat grondwater in Drenthe gebruikt. Dunea gebruikt oppervlaktewater dat via duingebieden wordt gezuiverd, met aanvoer uit de Maas en de Lek, en bevindt zich tussen die uitersten.
Ook de vaste kosten stijgen mee. PWN verhoogt de vaste aansluitkosten met bijna tien euro per jaar, wat optelt bij het kubieke metertarief. Volgens hun berekening is een gemiddeld huishouden in 2026 ongeveer 1,35 euro per maand meer kwijt aan drinkwater.
Waarom de prijs oploopt
De zuivering van drinkwater wordt jaar na jaar ingewikkelder. Patricia van der Linden van branchevereniging Vewin noemt de toenemende vervuiling van grond- en oppervlaktewater als belangrijke oorzaak. Meer vervuiling betekent meer zuiveringsstappen, extra energieverbruik en dus hogere kosten.
Daarnaast groeit de vraag naar drinkwater. Bevolkingsgroei, langere droge periodes en intensiever gebruik zetten de capaciteit onder druk. Om piekmomenten op te vangen, zijn extra installaties en meer opslag nodig.
Klimaatverandering helpt niet mee. Extremen zoals droogte en hevige regenval belasten het systeem, zowel in beschikbaarheid als in kwaliteit. Het resultaat: voortdurende investeringen die je uiteindelijk terugziet op de factuur.
Waterkwaliteit en Europese normen
Europa legde al in 2000 strenge doelen vast voor oppervlaktewaterkwaliteit, met 2027 als deadline. Nederland loopt daarop achter en had destijds zelfs het minst schone oppervlaktewater van Europa. Dat zegt veel over de omvang van de opgave.
Van der Linden wijst op meerdere bronnen van vervuiling. Een deel stroomt via rivieren het land binnen, terwijl er in Nederland nog altijd wordt geloosd door industrieën. Voeg daar de beperkte ruimte en intensieve activiteit van een druk land aan toe, en je snapt de uitdaging.
Belangrijk om te weten: het kraanwater dat uit je kraan komt, blijft van uitstekende kwaliteit. Het kost alleen steeds meer moeite om de bronnen zó schoon te houden dat die kwaliteit gegarandeerd blijft. En die inspanning is niet gratis.
Chemische stoffen in opmars
Volgens UvA-wetenschapper Milo de Baat gebruiken we tegenwoordig duizenden chemische stoffen in allerlei producten. Waar de lijst vroeger kort was, is die nu eindeloos lang en vaak minder onderzocht. Veel van deze stoffen lossen goed op in water, wat ze lastig te verwijderen maakt.
Grote vervuilers uit het verleden, zoals lood en DDT, zijn grotendeels verdwenen door verboden. In hun plaats kwam echter een brede groep nieuwe chemicaliën. Voor waterbedrijven is dat een technologische uitdaging met een stevig prijskaartje.
PFAS is een sprekend voorbeeld. Deze eeuwige stoffen zitten in alledaagse spullen, breken nauwelijks af en belanden uiteindelijk in het water. Ze zijn hardnekkig en vragen om zware zuiveringstechnieken die veel energie verbruiken.
Medicijnresten in het oppervlaktewater
Er komt nog een stroom bij: medicijnresten. Door vergrijzing gebruikt de bevolking meer medicijnen, en wat je lichaam niet opneemt, verlaat je via de wc. Rioolwaterzuiveringen halen niet alles eruit, waardoor resten in rivieren en meren terechtkomen.
Ziekenhuizen kunnen helpen door op locatie te filteren of plaszakken in te zetten. Dat klinkt misschien ongezellig, maar het haalt wel een deel van de belasting van het systeem weg. Hoe minder er in het water belandt, hoe minder er later hoeft te worden uitgefilterd.
Ook farmaceuten hebben een sleutelrol. Als zij al bij ontwikkeling rekening houden met stoffen die in water minder schadelijk zijn, scheelt dat veel bij de bron. Minder schadelijke reststoffen betekenen minder druk op zuivering en dus op kosten.
Zuivering: meer stappen, meer energie
Om al die vervuiling het hoofd te bieden, breiden waterbedrijven hun installaties uit of bouwen ze nieuwe systemen. Denk aan actieve koolfiltratie, ionenwisselaars en geavanceerde membraanfiltratie. Het zijn geen simpele upgrades, maar ingrepen die diep in de portemonnee grijpen.
Elke extra stap betekent extra energie. En energie is een flinke kostenpost. Uiteindelijk belanden die uitgaven onvermijdelijk in de tarieven voor huishoudens.
Vooruitblik: prijzen en beschikbaarheid
Reken er niet op dat de waterprijs de komende jaren daalt. De vraag groeit, de druk op kwaliteit blijft en investeringen stoppen niet. Dat is geen doemdenken, maar de praktische realiteit van een systeem dat steeds harder moet werken.
Klimaatverandering zorgt voor wisselende extremen, en elk extreem vraagt om aanpassingen. Droogte verkleint de aanvoer, hevige buien vervuilen bronnen. De combinatie houdt het systeem permanent op scherp.
Experts schetsen daarom een toekomst waarin water zowel duurder als schaarser kan worden. Geen reden voor paniek, maar wel voor realisme: veilig drinkwater blijft prioriteit, maar niet zonder prijskaartje.
- Tariefvoorbeelden 2026: Oasen 1,67 euro per kubieke meter, Dunea 1,58 euro, PWN 1,98 euro, WMD 1,14 euro.
- Vaste kosten: PWN verhoogt de aansluitkosten met bijna tien euro per jaar.
- Impact huishouden: PWN schat gemiddeld 1,35 euro per maand extra in 2026.
Wat dit voor jou betekent
Woon je in Zuid-Holland, Noord-Holland of Drenthe, dan zie je in 2026 een hogere rekening. In andere regio’s volgt op 1 december duidelijkheid, maar verwacht geen totaal ander beeld. De onderliggende trends zijn landelijk en houden niet op bij een provinciegrens.
Misschien vraag je je af: blijft het water nog wel veilig? Ja, de kwaliteit van het drinkwater is uitstekend en dat willen bedrijven zo houden. Juist daarom wordt er fors geïnvesteerd in zuivering en capaciteit.
De beste kans op beheersbare kosten zit ’m in schonere bronnen. Minder vervuiling aan de voorkant scheelt dure stappen aan de achterkant. Dat vraagt inzet van ziekenhuizen, industrie, farmaceuten én van ons als samenleving.
- Check je regionale waterbedrijf voor de exacte tarieven van 2026.
- Let op vaste kosten naast het kubieke metertarief.
- Volg de updates op 1 december voor overige regio’s.
FAQ
Waarom wordt kraanwater in 2026 duurder?
De zuivering wordt complexer door toenemende vervuiling, de vraag naar water groeit en klimaatverandering belast de infrastructuur. Waterbedrijven moeten daarom investeren in extra capaciteit, meer zuiveringsstappen en opslagmogelijkheden, wat de tarieven opdrijft.
Waar stijgt het kraanwater in 2026 als eerste in prijs?
In delen van Zuid-Holland, Noord-Holland en Drenthe zijn nieuwe tarieven aangekondigd door Oasen, Dunea, PWN en WMD. De rest van Nederland krijgt op 1 december duidelijkheid over de tarieven.
Welke verschillen zijn er per waterbedrijf?
De bron bepaalt veel: grondwater is doorgaans goedkoper te zuiveren dan oppervlaktewater uit rivieren of het IJsselmeer. Daardoor liggen tarieven uiteen, met in 2026 onder meer 1,67 euro (Oasen), 1,58 euro (Dunea), 1,98 euro (PWN) en 1,14 euro (WMD) per kubieke meter.
Blijft het Nederlandse drinkwater wel veilig?
Ja, de kwaliteit van het kraanwater is uitstekend. Het vergt alleen steeds meer en duurdere zuivering om de bronnen schoon genoeg te houden, mede door chemische stoffen, PFAS en medicijnresten.
Gaan de waterprijzen later weer dalen?
Dat ligt niet voor de hand, omdat de druk op het systeem toeneemt en er voortdurend nieuwe investeringen nodig zijn. Experts waarschuwen zelfs dat water in de toekomst duurder én schaarser kan worden.
Bron: trendyvandaag.nl



