De peiling na verkiezingen is zo’n moment waarop iedereen even zijn adem inhoudt: staat jouw partij er beter voor of juist niet? Die vraag hangt nu extra in de lucht, want de eerste barometer na de stembusgang laat flinke bewegingen zien.
In deze blog lees je wat er verschuift, waarom dat ertoe doet en hoe dit de vorming van een kabinet lastiger maakt dan een IKEA-kast zonder handleiding.
D66 aan kop, vertrouwen groeit
De partij van Rob Jetten blijft bovenaan en profiteert van het na-effect van de winst. In de meting stijgt D66 naar 28 zetels, wat er twee meer zijn dan bij de uitslag zelf.
Het signaal is helder: het vertrouwen in de winnaar zakt niet meteen weg.
Die lichte plus lijkt vooral te komen uit groepen die in steden wonen, jong zijn en hoger onderwijs hebben gevolgd. Zulke kiezers schuiven blijkbaar nog wat meer richting D66 dan in de maanden voor de stembusgang.
Het voelt als een kleine zet, maar symboliek doet in de politiek vaak wonderen.
De groei heeft een keerzijde voor concurrenten aan de progressieve kant. GroenLinks-PvdA gaat terug naar 18 zetels en merkt hoe lastig het is om momentum vast te houden.
De nieuwe fractie met Jesse Klaver voorop zal moeten bewijzen dat herstel nog mogelijk is na het vertrek van Frans Timmermans.
PVV zakt, FVD pakt de wind
Geert Wilders’ PVV levert twee zetels in en strandt op 24. Het is geen aardverschuiving, maar wel pijnlijk na een felle campagne en de teleurstelling dat de partij nipt niet de grootste werd.
Je voelt bij de achterban dat het verschil tussen bijna winnen en echt winnen groot kan zijn.
Aan de rechterkant wordt die teleurstelling elders opgepikt. Forum voor Democratie stijgt van 7 naar 9 zetels en laat zien dat er ruimte is voor een verhaal over vrijheid, nationale identiteit en kritiek op de gevestigde orde.
Voor een deel van de kiezers klinkt dat als precies de toon die ze misten.
De nieuwe FVD-impuls krijgt online een enthousiaste slinger mee, met publieke dank voor het ’vertrouwen’. Dat past bij een achterban die zich graag uitgesproken en gehoord voelt.
Het is een reminder dat emoties na verkiezingen nog lang na-echoën.
Kleinere partijen en de rust eromheen
Niet alles beweegt heftig: een groot deel van het veld blijft stabiel. JA21 tikt een zetel erbij en komt uit op 10.
BBB levert in en staat nu op 3, wat wijst op een wegebbend protesteffect.
CDA, SP, PvdD en Volt blijven rond de eerder behaalde aantallen hangen. Na een turbulente campagne lijkt het landschap daar even te kalmeren.
Het is die typische stilte na de storm, al is iedereen nog nerveus naar de lucht aan het kijken.
Stabiliteit kan misleidend lijken, maar juist daardoor zie je scherper waar de echte verschuivingen plaatsvinden. De kernen van de campagnes staan nog overeind, alleen de randen schuiven.
En precies die randen kunnen de coalitiepuzzel maken of breken.
Jetten als premier, hoe ligt dat?
Een meerderheid ziet Rob Jetten wel zitten als premier: 57 procent staat daar positief tegenover. Dat is een stevig fundament voor de koploper.
Maar de steun is niet overal gelijk verdeeld.
Bij VVD-kiezers noemt 56 procent Jetten geschikt. Onder PVV-stemmers is dat slechts 6 procent.
In eigen huis is het enthousiasme vanzelfsprekend het grootst, met 92 procent aan boord.
Dit beeld laat een moderne, gematigde uitstraling zien die aanslaat bij brede groepen, maar tegelijkertijd weerstand oproept op de rechterflank.
Premierwaardig zijn en premier worden, dat zijn in Nederland wel eens twee verschillende sporten.
Coalitierichtingen zonder simpele uitweg
Kiezers kregen een duidelijke keuze voorgelegd: centrumrechts of een kabinet in het midden. Centrumrechts trekt 47 procent voorkeur, het midden krijgt 34 procent.
De rest houdt de boot af of weet het nog niet.
De klassieke scheidslijn komt terug in achterbanvoorkeuren. VVD, JA21, BBB en SGP leggen hun gewicht richting centrumrechts, terwijl D66, GroenLinks, SP en PvdD liever naar een middenkabinet kijken.
Het bord staat vol stukken, maar niemand zet mat.
Zelfs binnen partijen lopen de inzichten uiteen. CDA-stemmers zijn haast gelijk verdeeld, met een minieme voorsprong voor de ene richting boven de andere.
Bij PVV en FVD hoor je vaak dat er überhaupt weinig vertrouwen is in welke variant dan ook.
GroenLinks-PvdA in de mix? Gevoelig
Een regering waar GroenLinks-PvdA onderdeel van is, stuit bij veel kiezers op weerstand. 58 procent staat negatief tegenover die constructie, en bij VVD-stemmers is dat maar liefst 95 procent.
Dat is geen klein hobbeltje, dat is een drempel.
Voor een centrumrechtse variant is de afkeer iets minder, maar ook daar zie je geen meerderheid aan steun. 49 procent beoordeelt die optie negatief.
Met andere woorden: zelfs de ’minder omstreden’ route krijgt de handen niet massaal op elkaar.
Opvallend: binnen D66 is de tegenzin groot om met rechts in zee te gaan. 62 procent van de D66-kiezers ziet zo’n stap niet zitten.
De duw- en trekbewegingen werken dus aan beide kanten.
Uit de bubbel, zeggen kiezers
In de peiling duikt een duidelijk signaal op: kiezers willen dat partijen hun eigen comfortzone verlaten. 45 procent vindt dat de VVD prima mee kan doen in een middencoalitie.
Alleen onder VVD-stemmers zelf is daar weinig animo voor: 11 procent.
Aan de andere kant zegt 62 procent van alle Nederlanders dat D66 best met centrumrechts mag samenwerken. Binnen D66 is 43 procent het daarmee eens.
De boodschap is dubbel: we willen bruggen, maar liefst zonder onze eigen schoenen nat te maken.
Dat maakt onderhandelen ingewikkeld. Als iedereen wil dat vooral de ander beweegt, wordt de middenweg een koord waar niemand vrijwillig op gaat balanceren.
Toch is dat precies de route die nodig lijkt voor draagvlak.
PVV in de regering blijft splijtzwam
Moet de PVV aan tafel bij de regering? Het land is verdeeld. 38 procent zegt ja, vooral aan de rechterkant van de VVD.
Onder VVD-stemmers is 27 procent voor. In het brede politieke midden en aan de linkerkant is de steun nog kleiner.
De spanning is duidelijk: een grote partij, maar beperkte bereidheid om die verantwoordelijkheid te delen.
Dat houdt de formatieknoop strak. Betrekken of buitensluiten: beide scenario’s wekken bij grote groepen weerstand.
En elk pad dat je kiest, heeft een prijskaartje in vertrouwen.
Een land met scherpe randen
De nieuwe peiling na verkiezingen laat zien hoe diep de breuklijnen lopen. D66 heeft de wind in de zeilen en Jetten krijgt warme woorden als premierkandidaat.
Toch wijst weinig op een snelle formatie met brede steun.
De verschillen tussen stad en platteland, generaties en opleidingsniveaus drukken zwaar op de kaart. Waar D66 en GroenLinks in stedelijke gebieden goed scoren, vinden PVV, BBB en JA21 hun basis buiten de Randstad.
Twee werelden aan één tafel, dat is de uitdaging.
Analisten vatten het samen: veel behoefte aan verandering, onenigheid over de richting. De verkiezingskoorts zakt, maar de naschokken denderen door politiek Den Haag.
Wat betekent dit voor jou?
Misschien denk je: wat koop ik voor die zetels en percentages? Best veel, eigenlijk.
Coalities bepalen beleid dat jouw dagelijks leven raakt, van zorg en wonen tot werk en zekerheid.
Kijk daarom niet alleen naar winst en verlies, maar vooral naar welke samenwerking mogelijk wordt. Wie met wie?
En wat betekent dat voor vertrouwen, stabiliteit en keuzes die maandenlang in de molen zitten?
Een peiling is geen eindstand, maar wel een wake-up-call. Als kiezers veel samenwerking willen, maar partijen klem zitten in hun bubbel, duurt de rit langer en wordt de file op de formatieroute nog wat stroever.
Uit de peiling vandaag blijkt de onontwarbare knoop voor het vormen van een coalitie.
Zeker als men niet wil dat een groot deel van de kiezers ook in dit kabinet snel geen vertrouwen meer hebben.https://t.co/XBX8ephldU pic.twitter.com/PaUDZtJ87U— Maurice de Hond (@mauricedehond) November 9, 2025
FAQ
Wat zegt de peiling na verkiezingen over de positie van D66?
D66 groeit na de stembusgang door naar 28 zetels en blijft bovenaan. De partij profiteert van een duidelijke winnaarsboost en behoudt vertrouwen bij stedelijke, jongere en hoogopgeleide kiezers.
Waarom verliest PVV terrein en wint FVD?
PVV zakt twee zetels na teleurstelling over het net niet de grootste worden. FVD profiteert van ongenoegen aan de rechterkant en groeit naar 9 zetels met een verhaal over vrijheid, identiteit en kritiek op de gevestigde politiek.
Hoe kijken kiezers aan tegen Rob Jetten als premier?
Een meerderheid van 57 procent staat positief tegenover Jetten als premier. De steun verschilt sterk per achterban: bij VVD-stemmers is die aanzienlijk, terwijl PVV-kiezers juist kritisch zijn.
Welke coalities hebben de voorkeur volgens de peiling na verkiezingen?
Centrumrechts krijgt 47 procent voorkeur en het midden 34 procent, met veel twijfel daartussen. Achterbanvoorkeuren lopen langs bekende lijnen en zelfs binnen partijen zijn meningen verdeeld.
Is er draagvlak voor PVV in de regering volgens de peiling na verkiezingen?
Het land is verdeeld: 38 procent wil de PVV betrekken, vooral rechts van de VVD. In het midden en links is de steun laag, waardoor dit onderwerp een blijvende splijtzwam is.
Bron: Maurice de Hond



