In de koude maanden komt de vraag steeds weer naar voren: verwarming ’s nachts aan of uit, wat is nu echt voordeliger? Je wilt geen ijskoude start van de dag, maar ook niet onnodig veel stoken. In deze blog neem ik je mee langs de factoren die ertoe doen en geef ik je handvatten om voor jouw huis de juiste keuze te maken.
Isolatie en warmteverlies
Hoe goed je huis is geïsoleerd, bepaalt bijna alles in deze keuze. In woningen die warmte lang vasthouden, kun je de thermostaat ’s nachts prima uitzetten zonder dat je wakker wordt in een vrieskist. De temperatuur daalt dan langzaam en je verbruikt gedurende de nacht simpelweg niets.
Bij oudere of minder goed geïsoleerde huizen gaat warmte sneller verloren via muren, ramen en vloeren. Zet je daar alles uit, dan moet de ketel ’s ochtends hard aan de bak om bij te trekken. In zulke woningen kan een lage nachtstand soms juist voordeliger uitpakken.
Een praktische vuistregel helpt bij twijfels. Koelt je huis in een paar uur merkbaar af, mik dan op ongeveer 15 tot 16 graden als nachtstand. Blijft het binnen redelijk op temperatuur, dan is volledig uitzetten doorgaans de betere bespaaroptie.
Wat een nacht uitzetten betekent
Wanneer de thermostaat ’s nachts uitstaat, daalt de binnentemperatuur geleidelijk en staat het verbruik even op nul. In de ochtend kost het opwarmen wel wat energie, maar die inhaalactie is vaak nog steeds goedkoper dan continu doorverwarmen. Het basisidee is simpel: minder draaiuren betekent minder energie.
Toch zijn er verschillen per woningtype, omdat niet elk huis even snel warmte verliest. Dat maakt de uitkomst contextgevoelig en verklaart waarom één vast advies voor iedereen niet werkt. Klinkt saai, maar jouw muren en ramen zijn hier de hoofdrolspelers.
Weer en buitentemperatuur
De buitenlucht speelt ook een rol. Op nachten rond of onder het vriespunt stroomt warmte sneller naar buiten en wordt het verschil tussen binnen en buiten groter. In die omstandigheden kan een minimale nachtstand soms gunstiger zijn dan elke ochtend vanaf een heel lage temperatuur starten.
In zachtere periodes, zoals oktober of maart, is het juist aantrekkelijk om de verwarming helemaal uit te zetten. Het temperatuurverschil is dan kleiner, waardoor je huis minder snel afkoelt en de ochtendlijke opwarmbehoefte beperkt blijft. Een beetje timing met de seizoenen scheelt meer dan je denkt.
Slimme thermostaten en timing
Techniek helpt. Een slimme thermostaat leert je ritme kennen en laat de verwarming precies op tijd aanspringen, zodat je geen nachtelijke uren verspilt. Je kunt instellen dat de verwarming bijvoorbeeld een uur voor jouw wekker start.
Heb je geen slimme variant in huis? Een eenvoudige tijdschakelaar doet al veel. Laat de verwarming bijvoorbeeld rond 23.00 uur uitgaan en rond 06.30 uur weer opstarten, zodat je niets vergeet en sluipverbruik voorkomt.
Alleen stoken waar je bent
Het is zonde om kamers te verwarmen waar bijna niemand komt. Denk aan die zolder, berging of logeerkamer die meestal leeg is. Sluit daar de radiatoren en de deur, zodat de warmte blijft waar jij wel bent.
Richt de warmte op plekken die in de vroege ochtend relevant zijn, zoals de slaapkamer of badkamer. En trek ’s avonds de gordijnen dicht, zodat je minder warmte via het glas verliest. Een beetje discipline kan groot effect hebben.
Tocht en kleine isolatiehulpjes
Warmte ontsnapt graag via kieren en glas, dus maak het die routes lastig. Tochtstrips, dikke gordijnen en vloerisolatie helpen merkbaar om de temperatuur stabieler te houden. Vooral ramen en naden zijn bekende lekken.
Radiatorfolie is een low-budget truc die warmte de kamer in terugkaatst, in plaats van die in de muur te laten verdwijnen. Zo’n goedkope ingreep levert snel resultaat. En wie groter wil investeren, kan op termijn denken aan betere isolatie van muren, vloeren en het dak.
De ideale nachtstand kiezen
Voor veel huishoudens voelt de middenweg prettig: een nachtstand rond 15 tot 17 graden. Je beperkt het verbruik, terwijl het binnenklimaat toch vriendelijk blijft bij het opstaan. Voor de meeste cv-ketels en warmtepompen is dit eenvoudig in te stellen.
Heb je vloerverwarming, dan speelt traagheid een rol. Het systeem warmt langzaam op, waardoor volledig uitzetten niet altijd efficiënt is. Laat de temperatuur liever zakken naar bijvoorbeeld 17 graden dan deze helemaal uit te zetten.
Besparen zonder comfortverlies
Wie denkt dat besparen altijd minder comfort betekent, heeft vaak nog wat winst te pakken. Je kunt met kleine gewoontes al flink resultaat boeken zonder het koud te hebben. Je energierekening merkt het, je ochtendhumeur niet.
- Laat binnendeuren dicht, zodat warmte blijft waar jij bent.
- Zet de thermostaat één graad lager; dat scheelt al gauw zes procent op de verwarmingskosten.
- Gebruik een warme deken of kruik voor extra comfort zonder extra verbruik.
Zon als gratis hulpbron
Gratis warmte laten we soms zomaar liggen. Laat overdag de gordijnen open, dan warmt de zon je huis vanzelf op. Vooral in het najaar en voorjaar geeft dit net dat duwtje waardoor je ’s avonds minder hoeft te stoken.
Zodra het donker is, mogen de gordijnen weer dicht om warmte vast te houden. Het is een klein ritueel dat opgaat voor appartementen en hoekwoningen, in Groningen of in Maastricht. Warmte die je niet verliest, hoef je niet op te wekken.
De balans tussen comfort en kosten
Uiteindelijk draait het om een persoonlijke mix van behaaglijkheid en verbruik. In goed geïsoleerde huizen loont ’s nachts uitzetten vrijwel altijd. In oudere of tochtige woningen kan een lage nachtstand juist gunstiger zijn.
Algemeen geldt: hoe minder uren de verwarming draait, hoe lager de rekening. Met een slimme thermostaat, een beetje isolatie en gericht stoken kom je al een heel eind. Je portemonnee merkt het, jouw ochtendroutine blijft vriendelijk.
Quote
”De goedkoopste warmte is de warmte die je niet kwijtraakt.” Simpel gezegd: houd binnen wat je al hebt, dan hoeft de ketel minder werk te verrichten. Die gedachte vormt de rode draad achter elke bespaarkeuze in huis.
FAQ
Helpt verwarming ’s nachts uitzetten echt bij besparen?
Ja, in veel huizen wel. Je verbruikt ’s nachts niets en de extra energie voor het opwarmen in de ochtend is vaak lager dan de kosten van de hele nacht doorstoken.
Wat is een goede nachtstand voor de verwarming?
Een nachtstand rond 15 tot 17 graden werkt voor veel huishoudens goed. Daarmee beperk je verbruik en blijft het binnen toch redelijk comfortabel bij het opstaan.
Wanneer is een lage nachtstand beter dan helemaal uit?
Bij oudere of minder goed geïsoleerde woningen die snel afkoelen kan een lage stand voordeliger zijn. De ketel hoeft dan ’s ochtends minder hard te werken om de temperatuur te herstellen.
Welke rol speelt het weer bij nachtelijk stoken?
Bij strenge kou verlies je sneller warmte en kan een minimale nachtstand gunstiger zijn. In mildere maanden is volledig uitzetten vaak efficiënter, omdat je woning minder snel afkoelt.
Wat kan ik overdag doen om ’s nachts minder te stoken?
Sluit ongebruikte kamers, houd deuren dicht en gebruik gordijnen slim: overdag open voor zonnewarmte en ’s avonds dicht om warmte vast te houden. Kleine isolatiemaatregelen zoals tochtstrips en radiatorfolie helpen ook.
Bron: trendyvandaag.nl



